IN HET VOORBIJGAAN
IN HET VOORBIJGAAN Wie het spoor verkiest, het dwingend ritme van vooruitgang, droomt al snel weg bij het uitzicht, het gedurig zo voorbij glijdend land, en dringt ergens de tijding tot hem door: ‘Nu Station Hengelo’, dan heeft hij geen oog nog voor het perron, eiland in een kathedraal vol duister licht, hemels overhuifd. Ach, wie niet opkijkt in dit tochtgat, waar onder dak groots glas en staal, verheven boven dagelijks leven, is hier verkeerd, want zonder neus in de wind. John Heymans Stadsdichter 2012 -2014
IN HET VOORBIJGAAN
IN HET VOORBIJGAAN Wie het spoor verkiest, het dwingend ritme van vooruitgang, droomt al snel weg bij het uitzicht van gedurig en voorbij glijdend land en schrikt hij wakker van de tijding ‘Station Hengelo’, dan rest er doorgaans weinig oog voor het perron, eiland in een kathedraal van duister licht, hemels overhuifd. Van daar dat hij afdaalt naar de open lucht, kijkt niet om, maar vooruit, over het plein heen, waar bestemming uitgestippeld ligt,- onzichtbare sporen, stappen. John Heymans Stadsdichter 2012 -2014