Tweeluik ‘Monument van dood en leven’

Beide gedichten kunnen apart gelezen worden, maar ook laat het zich als één gedicht lezen: na de 1e regel van het linker gedicht wordt doorgelezen met de 1e regel van het rechter gedicht enz.

Monument van de dood                              Monument van het leven
(bij de Oude Begraafplaats aan de Bornsestraat)                                                                (bij de 125-jarige Lambertusbasiliek)

De doden hun namen soms net leesbaar      De levenden bij name gekend genoemd
nog wel of toch vervaagd gewist                    sluiten achteraan die lange rij
in de getijden                                                  van eeuwen her
deze stilgevallen aardplek                              onder dit hoge heilige dak
van voltooid verleden tijd                                van onvoltooid en hier en nu
tot monument memento mori                         dit monument van herscheppend zijn
het leven gaat er straatlangs                          het leven er dwars doorheen
zij die uit de tijd genomen                               vandaag en morgen komen zij samen
in de diepe aarde gezonken                           door hoge woorden verlangend
hun lichamen ontbonden                                hun geest zoekt de verbinding
uiteengevallen moleculen                               in samenscholende symbolen
dat woord: tot stof zijt gij                                 dat woord: verlost ben jij
bouwstof dat dan weer wel                             bouwsteen van een nieuwe stad
onoverbrugbare kloof gapend gat                   tot noaber geroepen aangesprokene
met hen die hier dat                                        door hen die het meest
onmogelijke loslaten                                       verlangen naar wat troost
niet te leren beweging                                    bewogenheid te leren
bewogen vraag niet hoe                                 met hart en ziel ja
hun leven doorleefden                                    alles eigenlijk mens te zijn
hun tranen meestal onzichtbaar                     waar vreugde en verdriet
achter zwarte buitenkanten                            in alle kleuren gezien onthuld
hoeden af een laatste groet                           gehoord gevierd zelfs
wat blijft de wind die                                       en de adem van de geest
om de zerken wervelt                                     blijft wervelen en de namen
en de namen onhoorbaar                               van wie maar horen wil
blijft fluisteren of woedend soms                    blijft fluisteren roepen soms
meeneemt naar wie weet waar                      en draagt tot wie weet waar

Herman Koetsveld
Stadsdichter Hengelo
2024 – 2016

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.