Het vijfde couplet bij de Ondernemersavond

Hengelo, o hoe breng jij alle stemmen samen
om in je hart, je binnenstad, je plannen te beramen?
Locher, Faber, VSH, zij klinken luid genoeg
maar wie niet komt uit Hengelo, hoe klinkt die in de kroeg?

Oftewel: Wie van buiten Hengelo komt, waar komt die voor en kan die vinden wat ie zoekt? En neemt die dan tevreden nog een afzakkertje?
Hengelo heeft altijd een bijzondere plaats in genomen binnen Twente. Wat er nodig was voor de fabrieken van de steden rondom werd geleverd door Hengelo; machines, elektriciteit, schakelkasten, te veel om op te noemen, ja, zelfs zout. Er werd hard gewerkt in heel Twente, maar als men rustte dan zat men zelfs op trijp uit Hengelo. Wij zijn die regionale functie een beetje uit het oog verloren, terwijl veel ervan nog aanwezig is. Die functie versterken zou Hengelo versterken en daarmee heel Twente.
We kennen allemaal de term ‘Omfietswijn’, dat is dus een wijn waarvan het de moeite waard is om ‘om te fietsen’.
Wat heeft de binnenstad van Hengelo dat de moeite waard is om vanuit heel de regio even ‘om te fietsen’. Iets dat elders dus niet of nauwelijks aangeboden wordt.
Elzinga Kousen bijvoorbeeld.
Of grammofoonplatenzaak Popeye.
Slager Snijders met omfiets hausmacher.
Zijn buurman Gameshop Twente, een eigentijdse topzaak.
Lunchroom Kolsté met zijn wisselende tentoonstellingen en broodjes met aandacht.
Dat soort kleine, speciale zaakjes maakt Hengelo groot, daar kunnen we er nog wel wat van gebruiken.
V&D is leuk, dat trek veel volk, maar is niet echt knus. HEMA wel, als vanouds, maar Trekpleister, Kruidvat, Etos, DA, Marskramer, Blokker, Zeeman, Wibra…
Moet dat echt in de binnenstad? Zijn die niet in de wijkwinkelcentra beter op hun plek?
Om nog maar te zwijgen over telefoonwinkels, makelaars en hypothekers.
Ja, zeker, de hypotheker!

Zoals in de meeste steden is ook de binnenstad van Hengelo is een soort vesting. Dat merk je als je er door wandelt. Je voelt je er beschermd, al is het niet altijd knus te noemen. Andere steden, die hun historische opbouw grotendeels behouden hebben, zoals Zwolle, Deventer of Enschede hebben die knusheid wel met die kleine kromme straatjes met daarin bijzondere winkeltjes die die knusheid benadrukken. Je kunt er heerlijk dwalen en eigenlijk niet verdwalen. Dat zijn binnensteden die je passen als een vingerhandschoen. Bij de Hengelose binnenstad heb ik vaak het gevoel dat ik als klein jongetje had als ik in mijn vaders kaplaarzen rondstapte, op zijn best past het her en der als een wollen winterwant. Toch best comfortabel.
Maar als je iets te ver doorstapt dan treed je buiten de vesting en dan heb je het gevoel of je de bescherming kwijt bent en dan wil je het liefst omkeren, de vesting weer in.
Wie maar even tussen V&D en Jac Hensen richting Marskant doorloopt, wordt overvallen door dat gevoel. En als je al niet door dat gevoel teruggedreven wordt, dan even later toch door de tocht, die gure wind die daar buiten de vesting heerst.
Dus terug de Brinkstraat in, de markt op, van waar je de drie torens aanschouwt:
– de stadhuistoren, symbool van de bestuurlijke macht
– de toren van de Lambertusbasiliek, symbool van de kerkelijke macht
– en pal voor je neus de Brinktoren, symbool van economische macht
Of gaat het in dit geval om onmacht? Symbool van leegstand zul je bedoelen. De moderne tijd bleef er stilstaan en werd dus maar verwijderd, net als het windvaantje van Pier van Dijk, verwijderd en verdwenen, op schaamteloze wijze kwijtgeraakt. Sommigen zeggen dat hij een lange neus trok naar de steden en dorpen om Hengelo, maar hij deed niets anders dan ons manen:

Hengelerweendheantjen

De zunne in n nekn
zee ik nen reagnboogn
oaver n A1

Waagns jaagt
in verscheadne kluurn
met nen grootn boogn
um Hengel hen

Der kump miej n skoer

Ja, er staat ons nog heel wat te wachten.
Als je nu langs die Brinktoren loopt dan kun je de wind horen gieren door zijn gebinten en als je goed luistert kun de geest van dat Hengelerweendheantjen horen die daar zingt:

Hengeler Weend
Wat weait onmeunig um de klös
zo koald dat oe de neus bevrös,
wat maakt oen oogn stekebleend
dat is de oostnweend.
En ok dee weend oet t verre noordn
en oet t zuudn giert um de oorn
en alns wat oet t westn komt
is zobiezo verdomd!

De alderlekkerste weend is Hengeler weend,
Hengeler, Hengeler weend.
Woar o’j oe ok in dit Twentse laandskop beveendt,
aait roek iej Hengeler weend.

Hengeler weend weait oe aait in de rugge
of iej noe hen goat of goa’j ok terugge.
De alderlekkerste weend is Hengeler weend
Dee weend weait aait van oe of!

Fred van de Ven
Stadsdichter Hengelo
2008 – 2010

bij de Ondernemersavond 8 oktober 2008

3 reacties

Laat een antwoord achter aan Astrid Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.